'Weet jij eigenlijk hoe ik geregistreerd sta in het Donorregister?'
Tim vraagt zich af of zijn moeder Saskia van zijn keuze afweet. Dat weet ze en ze bevestigt: 'Jij hebt gekozen om orgaandonor te zijn, maar je ogen doneer je liever niet. Dat vind je een naar idee.' Het gesprek helpt moeder en zoon te begrijpen waarom ze het belangrijk vinden om orgaandonor te zijn. Saskia: 'Ik vind het belangrijk om na je dood nog voor een ander wat te betekenen.'
Thuis praten over orgaandonatie
Saskia vraagt Tim of ze misschien meer over orgaandonatie had moeten praten. Maar dat gevoel heeft Tim niet. 'Ik denk dat we er gewoon precies goed over hebben gepraat.'
De moeder en vader van Tim verschillen in hun keuze. Dit zet Tim aan het denken: 'wat wil ik daarin eigenlijk?'
'Je gaat er nu bewuster over nadenken'
Zoon Tim merkt dat hij het prettig vindt dat hij en zijn moeder dit gesprek voeren. 'Wij hebben nu dit gesprek en dat vind ik heel fijn. Je gaat er nu bewuster over nadenken.'