Wat gebeurt er met weefsels?
Weefsels van een overledene worden nooit direct getransplanteerd. Ze gaan eerst naar een weefselbank. Dat is een organisatie die de weefsels verder onderzoekt en beoordeelt en na goedkeuring bewaart. Artsen die bot- of huidweefsel nodig hebben voor een patiënt, kunnen deze opvragen bij de weefselbank. Zijn er hartkleppen of hoornvliezen nodig om een patiënt te helpen, dan doet de arts een aanvraag bij de NTS.
Soms is er bij de weefselbank meer weefsel op voorraad dan nodig is voor Nederlandse patiënten. Als weefsels te lang liggen opgeslagen, zijn ze niet meer te gebruiken. Daarom kunnen de weefsels ook door artsen in het buitenland worden gebruikt. Nederland krijgt ook weefsels van buitenlandse weefselbanken om patiënten in Nederland mee te helpen. Voor weefsels die naar het buitenland gaan, krijgt de Nederlandse weefselbank een vergoeding voor de gemaakte kosten. Ze gebruiken deze vergoeding om hier patiënten te kunnen blijven helpen met weefsels.