‘Twintig jaar geleden vervingen we altijd de hele cornea door donorweefsel’, begint oogarts dr. Mor Dickman, voorzitter van de NOG (Nederlands Oogheelkundig Gezelschap)-NTS Corneacommissie. ‘Tegenwoordig vervangen we meestal alleen de afwijkende lagen door donormateriaal.’ En de ontwikkelingen gaan nog verder. ‘Met de nieuwste technieken kunnen we zelfs met een kleine hoeveelheid cellen een beschadigde cornea repareren.’
Limbale stamceltransplantatie
Een voorbeeld hiervan is de limbale stamceltransplantatie. ‘Die passen we toe bij patiënten van wie het epitheel, de buitenste cellaag van de cornea, in één oog niet goed functioneert. We nemen dan een klein beetje weefsel af van het gezonde oog. We kweken de cellen hieruit op en transplanteren ze dan terug in het aangedane oog. Zo kan de cornea zich herstellen.’ Een andere techniek in ontwikkeling is het injecteren van endotheelcellen. Dickman: ‘Het endotheel vormt de binnenste laag van de cornea. In Japan onderzoeken ze wat er gebeurt als je endotheelcellen van een donorcornea injecteert in het oog van iemand met een beschadigd endotheel. Kan dit weer herstellen?’ Deze techniek biedt mogelijk een oplossing voor het grote tekort aan donorcornea’s. Met de cornea van één enkele donor kun je namelijk wel twintig of dertig mensen van cellen voorzien.
Nederlandse en Europese registratie
Voor onderzoek naar corneatransplantaties zijn twee registraties van groot belang: de Nederlandse Orgaantransplantatie Registratie Cornea (NOTR Cornea) en de European Cornea and Cell Transplantation Registry (ECCTR). Hierin staan allerlei gegevens van patiënten die een corneatransplantatie hebben ondergaan, waaronder de behandelresultaten op korte en langere termijn. De NOTR Cornea bestaat sinds 2007, de ECCTR sinds 2019. Op dit moment bevat de ECCTR gegevens van ongeveer 13.000 transplantaten uit dertien landen. ‘De data in deze registraties zijn waardevol en uniek. Niet alleen vanwege het grote aantal patiënten, maar ook omdat de deelnemende centra voor iedere transplantatie op dezelfde momenten dezelfde gegevens vastleggen.’
Met deze data kun je bijvoorbeeld onderzoeken hoeveel en wat voor soort corneatransplantaties verschillende landen uitvoeren. ‘Maar je kunt ook kijken naar de uitkomsten van de verschillende soorten transplantatietechnieken’, zegt Dickman.
Leren van collega’s
Voor onderzoek is een goede samenwerking essentieel, bijvoorbeeld tussen de NOG-NTS Corneacommissie en de de ECCTR. Soms is samenwerking zelfs de enige mogelijkheid om een onderwerp te bestuderen. ‘Dat geldt bijvoorbeeld voor limbale stamceltransplantatie. Deze behandeling is nieuw, duur en wordt zelden uitgevoerd. In Nederland doen we er maar een paar per jaar. Samenwerking is dan de enige manier om genoeg informatie te verzamelen.’
Kwaliteit van leven
Voor de toekomst staat het meten van patiëntgerapporteerde (behandel)uitkomsten, de zogenaamde ‘Patient Reported Outcome Measures’ (PROMs), op stapel. Dickman: ‘Wij artsen zijn heel blij met technische ontwikkelingen en objectieve uitkomstparameters zoals transplantaatoverleving. Maar je wilt ook weten hoe de patiënt het ervaart. Bij corneatransplantaties is dit echt een nieuwe ontwikkeling.’ De eerste stappen zijn gezet. Er zijn vragenlijsten ontwikkeld om deze PROMs te meten en de NOTR Cornea ECCTR bieden de mogelijkheid om deze gegevens te registreren. ‘Nu moeten we dataverzameling nog praktisch in gaan richten.’
Vertalen naar de praktijk
Tot slot wil Dickman ook stappen maken bij het vertalen van basaal-wetenschappelijke resultaten naar de klinische praktijk. ‘Ik wil verder onderzoeken hoe we met behulp van (stam)celtherapie of biomaterialen beschadigingen aan de cornea kunnen herstellen. Ik hoop dat daar in de nabije toekomst toegewijde onderzoeksprogramma’s voor beschikbaar komen. Want ook die kennis is heel belangrijk als we vooruitgang willen boeken.’