Het mag niet van mijn geloof
Geloof is ook voor veel mensen een belangrijke hindernis. Er bestaan per geloof soms meerdere meningen die zelfs binnen stromingen van een geloof verschillend kunnen zijn. We raden iedereen daarom aan om vragen te stellen aan iemand binnen de eigen geloofsgemeenschap. En erover te praten, met mensen die belangrijk voor u zijn in uw geloof.
Ik ben al te oud, ik leef ongezond
Leeftijd is minder belangrijk bij orgaan- en weefseldonatie. Donatie kan vanaf de geboorte tot op hoge leeftijd. U kunt ook doneren als u ziek bent of medicijnen gebruikt. Bij uw overlijden kijkt een arts welke organen of weefsels nog gebruikt kunnen worden voor een patiënt. Soms zijn organen of weefsels niet meer geschikt voor transplantatie. Door bijvoorbeeld een beschadiging. Maar pas rond uw overlijden kan een arts dat bepalen.
Ik wil zelf bepalen
‘Ik wil kunnen bepalen wie mijn organen krijgt’ of ‘Ik wil zelf mensen kunnen uitsluiten’ hoor je soms. Dat kan helaas niet. Dat is zo vastgelegd in de wet. Toewijzen van een orgaan gaat alleen op grond van medische gegevens, zoals bloedgroep, weefseltypering, lengte, gewicht. Ook hoe ziek iemand is en wachttijd spelen daarbij een rol. Eigen voorkeur is niet in te passen bij het toewijzen van organen. Organen en weefsels worden zo eerlijk verdeeld.
Ik wil patiënten helpen
Waarom kozen mensen er ook voor om wel donor te willen worden? Dat doen ze meestal om mensen die ziek zijn te helpen. Mensen die 'ja' zeiden gebruikten dit het meest als argument om donor te worden. Levens verlengen, de kwaliteit van iemands leven verbeteren. Vooral mensen die in hun omgeving hebben meegemaakt wat een transplantatie voor iemand kan betekenen weten hoe een donororgaan een leven kan veranderen.