Zoekresultaten

zoeken Terug naar het vorige niveau: 6. DCD-procedure: Agonale fase en vaststellen van de dood Lees voor 6.7. Naar de operatiekamer De overledene wordt direct na het vaststellen van de dood naar de operatiekamer gebracht. De tijd tussen de circulatiestilstand en de start van de perfusie moet zo kort mogelijk zijn, om de kwaliteit van de organen te behouden.

zoeken Terug naar het vorige niveau: 6. DCD-procedure: Agonale fase en vaststellen van de dood Lees voor 6.2. Donor aanmelden en organisatie logistiek Tussen het besluit om te stoppen met de behandeling en het daadwerkelijk stoppen van de behandeling coördineert de ODC de donatieprocedure. Zo zorgt de ODC dat er onderzoeken worden gedaan om de kwaliteit van de organen in kaart te brengen, meldt hij de donor aan bij Eurotransplant en coördineert hij de logistiek.

zoeken Terug naar het vorige niveau: Deel 2 – Weefseldonatie Lees voor 7. Voorbereiding op de weefseluitname Dit hoofdstuk geeft (praktische) informatie over de stappen die voorafgaan aan de weefseluitname. Ook beschrijft dit hoofdstuk de prioriteiten die worden gesteld als er meerdere weefsels voor donatie beschikbaar zijn. Ten slotte gaat het hoofdstuk in op de situatie waarin er naast de weefseldonatie ook een obductie op het lichaam moet plaatsvinden.

zoeken Terug naar het vorige niveau: 8. Informatieverstrekking aan familie en nazorg Lees voor 8.3. Rapportage van het gesprek Alle verstrekte informatie aan de familie moeten worden vastgelegd in de volgende dossiers: Medisch dossier: door de arts Donatieformulier/overlijdensformulieren: door de arts Verpleegkundig dossier: door de verpleegkundige DPA, ODC-dossier: door de ODC Bij niet-natuurlijk overlijden: Overlijdenspapieren: door de forensisch arts.

zoeken Terug naar het vorige niveau: 2. Donorherkenning Lees voor 2.1. Welke afdelingen spelen een rol bij orgaandonatie? Orgaandonatieprocedures vinden plaats op de (kinder-)intensive care (IC). De meeste patiënten die mogelijk orgaandonor zijn, liggen al op de IC. Potentiële orgaandonoren kunnen echter ook opgenomen zijn op de SEH of op de afdeling Neurologie. Deze patiënten worden dan overgeplaatst naar de IC, waardoor orgaandonatie mogelijk blijft.

zoeken Terug naar het vorige niveau: Deel 2 – Weefseldonatie Lees voor 6. Donor aanmelden Dit hoofdstuk beschrijft hoe de arts een weefseldonor aanmeldt bij het Orgaancentrum, en welke voorwaarden hiervoor gelden. Ook gaat dit hoofdstuk in op het aannamegesprek en de vragen die daarin gesteld worden. Tot slot staat in dit hoofdstuk welke procedures er gelden voor de acceptatie of afwijzing van een aangemelde donor.

zoeken Terug naar het vorige niveau: 4. Het donatiegesprek Lees voor 4.12. Vastleggen van de toestemming Is er toestemming voor donatie? Dan moet deze toestemming vastgelegd worden in het medisch dossier van de donor en op het donatieformulier. Hieronder staat wie waarvoor verantwoordelijk is. Beschrijf, indien mogelijk, ook het proces van toestemming.

zoeken Terug naar het vorige niveau: Deel 1 – Orgaandonatie Lees voor 1. Inleiding: het orgaandonatieproces In het schema wordt onderscheid gemaakt tussen de DBD-procedure en de DCD-procedure. Per procedure worden er verschillende stappen genomen. Een DBD-procedure begint met het vaststellen van de dood, terwijl bij een DCD-procedure de dood pas in de laatste fase wordt vastgesteld. In paragraaf 1.1 (DBD) en paragraaf 1.2 (DCD) wordt dit toegelicht.

zoeken Terug naar het vorige niveau: 6. Donor aanmelden Lees voor 6.2. Wanneer moet een donor aangemeld worden? Bij ieder overlijden in het ziekenhuis is het verplicht om te onderzoeken of donatie mogelijk is. Een donor kan worden aangemeld voor weefseldonatie als aan de 3 onderstaande criteria is voldaan: Op het moment van de aanmelding zijn er geen contra-indicaties bekend. Het Donorregister is geraadpleegd. De donor of de nabestaanden hebben toestemming gegeven voor weefseldonatie.

zoeken Terug naar het vorige niveau: 8. Informatieverstrekking aan familie en nazorg Lees voor 8.4. Terugkoppeling van de resultaten na 6 weken De ODC vraagt in de gesprekken tijdens de procedure naar de behoefte van de familie aan nazorg. Als de familie dat wil, neemt de ODC 6 weken na het overlijden contact op met de familie. Hij kan dan een terugkoppeling geven met de resultaten van de transplantatie.