Wat is er met je been aan de hand?
‘Op mijn knieschijf groeide kraakbeen. Daardoor kon mijn been aan de binnenkant niet doorgroeien en kreeg het een O-vorm. Ik liep een beetje waggelend. Het begon rond mijn 8ste, toen ging ik lopen met een soort hupje. Ook een ruggenwervel groeide scheef. Verschillende artsen wisten niet wat het was, totdat een specialist in Leiden ontdekte dat het de ziekte van Ollier is. Daardoor had ik tumoren die bestonden uit kraakbeen. Dat was schrikken, maar het was goedaardig. Als ik uitgegroeid zou zijn was een operatie nodig, anders zou ik uiteindelijk heel slecht of misschien zelfs niet meer kunnen lopen.’
Maar je bent vorig jaar al geopereerd, waarom?
‘De vergroeiing ging te snel. Ik had veel pijn bij het lopen en het hockeyen. Ook was het vervelend dat iedereen me nakeek op straat en me aanstaarde toen ik in de brugklas kwam. Dat is begrijpelijk, maar het maakte me heel onzeker. Ik wilde zijn zoals iedereen. Het beïnvloedde mij als persoon.’
Hoe ging de operatie in z’n werk?
‘Met foto’s en een animatiefilmpje legde de arts uit wat ze gingen doen. Ze moesten mijn onderbeen opnieuw aan mijn bovenbeen zetten. Daarvoor wilden ze botweefsel van een donor gebruiken. Ik wist wel wat orgaandonatie was, maar van donorbot had ik nog nooit gehoord. Mijn ouders ook niet. Het was ook spannend, want deze operatie was nog nooit eerder uitgevoerd. Ze hebben het eerst in virtual reality gedaan.’
Hoe gaat het nu, een jaar later?
‘Goed! Het herstel ging sneller dan verwacht, maar het kon mij niet snel genoeg gaan. Ik heb bijna 5 maanden in een rolstoel gezeten en met krukken gelopen. De operatie was in juli vorig jaar, en eind oktober mocht ik voorzichtig gaan oefenen met fysio. Afhankelijk zijn van anderen vond ik frustrerend, maar nu ben ik blij. Ik zie er weer normaal uit en ik heb meer zelfvertrouwen gekregen. En op school zit ik veel beter in mijn vel. Ik ben ook zo snel mogelijk weer naar hockey gegaan. Eerst voor de gezelligheid, en nu werk ik aan spelopbouw, snelheid en conditie.’
Was het spannend dat de arts deze operatie voor het eerst deed?
‘Zeker! Hij keek ernaar uit omdat het zo’n bijzondere operatie was. Ik heb een extra goede band met hem, ook omdat hij blij is met het resultaat, gezien vanuit zijn vak. Dus het is voor ons allebei mooi.’
Denk je wel eens aan het donorbot in je been?
‘Ik ben er niet zo mee bezig, maar ik vind het wel bijzonder. Ik ben blij dat er iemand is geweest die mij hiermee heeft geholpen. Het is fijn dat dit kan.’