- Algemene informatie
- 1. Donorherkenning
- 2. Donorregister
- 3. Donatiegesprek met ouders
- 4. Het orgaandonatieproces en donorbehandeling
- 5. DBD-donatie na hersendood
- 6. DCD-donatie na circulatoire dood
- 7. Na de donoroperatie
- 8. Weefseldonatie
- 9. Nazorg en informatie voor ouders
- Bijlage Kinder IC-verpleegkundige
8. Weefseldonatie
8.1. Algemeen
Een overleden kind kan weefseldonor worden als het tijdstip van overlijden bekend is en er geen sprake is van contra indicaties. Weefseldonatie kan ook gelijk met orgaandonatie plaatsvinden. Bij een gecombineerde orgaan- en weefseldonatieprocedure regelt de ODC de aanmelding en logistiek rondom weefseldonatie. Instemmen met weefseldonatie kan voor ouders, net als bij orgaandonatie, als troostrijk worden ervaren. Het is belangrijk ouders hierin op dezelfde manier te begeleiden als bij een orgaandonatieprocedure ook al is de concrete invulling heel anders.
8.2. Weefseldonatie bij een kind tot 18 maanden oud
Er kan geen weefseldonatie plaatsvinden indien:
- Het kind in de 48 uur voor overlijden een transfusie of een enorme hoeveelheid vocht (500 ml of meer) heeft gekregen wegens bloedverlies (i.v.m. hemodilutie).
- De moeder in de 48 uur voor het overlijden van het kind een transfusie of een enorme hoeveelheid vocht (2 liter of meer) heeft gekregen wegens bloedverlies (i.v.m. hemodilutie).
- Het logistiek niet haalbaar is om bloed te prikken bij de moeder (bijvoorbeeld; de moeder is niet meer in het ziekenhuis of overleden).
8.3. Bloedafname bij weefseldonatie
Bij weefseldonatie wordt altijd bloed bij de donor afgenomen voor serologietesten, in het kader van de veiligheid voor de ontvanger.
8.3.1. Kind tot 2 maanden bloedafname moeder
In het geval van donatie bij een kind jonger dan 2 maanden dient alleen bij de moeder bloed afgenomen te worden. Er wordt geen bloed afgenomen bij de donor. De reden dat er bloed van de moeder wordt afgenomen en getest is dat bij jonge kinderen de aanmaak van antilichamen nog niet voldoende op gang is. Via de placenta en later via de borstvoeding kunnen antilichamen, antigenen en verwekkers van infectieziekten overgebracht worden. Tevens zijn bij het kind nog niet alle antistoffen aanwezig (onrijp immuunsysteem).
8.3.2. Kind van 2 tot 18 maanden
Bij kinderen tussen 2 en de 18 maanden oud en bij kinderen die in de afgelopen 4 maanden borstvoeding hebben gekregen dient óók bij de moeder bloed afgenomen te worden.
8.3.3. Procedure afname moederbloed
De aanmeldend arts regelt dat bloed afgenomen wordt bij de moeder. Dit dient geregeld te worden voordat de donor aangemeld kan worden (1 stol en 1 EDTA buis). Op de buizen moet de naam van de moeder en de geboortedatum geschreven worden. De buizen gaan mee met de donor naar het mortuarium. Het weefsel uitname team neemt bloed af bij de donor. Indien er geen bloed afgenomen kan worden bij de moeder dan kan de donatieprocedure niet doorgaan.
Weefseldonatie kan plaatsvinden in combinatie met orgaandonatie, maar ook afzonderlijk. In dat laatste geval is er geen ODC bij de procedure betrokken. In geval van een gecombineerde orgaan- en weefseldonor kan de kinder IC-verpleegkundige gevraagd worden om bloed te laten afnemen bij de moeder.
8.4. Aanmelden weefseldonor jonger dan 18 maanden
Als er bloed van de moeder kan worden afgenomen, wordt de aanname voortgezet. De arts meldt de donor telefonisch aan bij het orgaancentrum. Een orgaancentrummedewerker neemt met de arts een aantal vragen door. Voor het kind worden de reguliere vragen in de aanname doorlopen. De belangrijkste vragen zijn na te lezen op de weefselvragenlijst; Tevens worden de volgende vragen gesteld over de moeder. Wij raden u aan om deze vragen voor aanmelding alvast met de moeder door te nemen.
- Wat is de naam en de geboortedatum van de moeder?
- Wat is haar medische voorgeschiedenis?
- Bekend met (Hematologische) maligniteiten?
- Gebruik van medicatie thuis?
- Aanvullende sociale vragen over de moeder:
- Is er aanleiding om te vermoeden dat de moeder risico heeft gelopen op een seksueel overdraagbare aandoening, zoals HIV, hepatitis etc.?
- Was er sprake van alcoholisme, drugsgebruik of andere intoxicaties?
- Is zij het afgelopen jaar op reis geweest (i.v.m. risico op reizigersziekten – plaats en datum van verblijf in het buitenland)?
- Heeft zij in de afgelopen drie jaar in een malariagebied gewoond?
- Is zij tussen 1980 en 1996 langer dan zes maanden in het Verenigd Koninkrijk geweest?
8.5. Aanmelden weefseldonor ouder dan 18 maanden
Aanmelden donor > 18 maanden als weefseldonor bij orgaancentrum volgens het Modelprotocol.
- De arts (kinder intensivist/ fellow) meldt de donor telefonisch aan bij het orgaancentrum.
8.6. Praktische informatie voor aanmeldend arts
De aanmeldend arts bepaalt of het hart bestemd is voor hartklepdonatie of obductie. Als er besloten wordt voor obductie dan is hartklepdonatie niet mogelijk. Oogweefseldonatie is wel mogelijk bij obductie.
Als het hart bestemd is voor donatie is uitgebreid PA onderzoek mogelijk op de restanten van het hart. De restanten worden onderzocht door een patholoog gespecialiseerd in cardiale afwijkingen.
8.7. Palliatieve zorg
Palliatieve zorg voor het kind die een weefseldonor wordt is niet anders dan gebruikelijke palliatieve zorg van een kind dat op een Kinder IC overlijdt. Een aantal specifieke aandachtspunten rondom de weefseluitname en de voorbereidingen worden hieronder en in het Modelprotocol beschreven.
Bij weefseldonatie: geef aan dat het kind mogelijk een aantal uren langer in het mortuarium van het ziekenhuis moet blijven vanwege de weefseluitname procedure (8 tot 24 uur).
- De weefseluitname heeft geen consequenties voor het opbaren. Ook thanatopraxie is nog mogelijk.
- Het kan zijn dat in verband met de veiligheid of kwaliteit het weefsel uiteindelijk niet gebruikt kan worden voor transplantatie.
- Bij een hartklepdonatie wordt het hele hart uitgenomen (middels een incisie ter hoogte van het borstbeen). Explantatie duurt ongeveer 2 uur (excl. reistijd uitnameteam). De kleppen worden op de hartkleppenbank los geprepareerd.
- Bij donatie van oogweefsel neemt het uitname team het gehele oog uit, ze plaatsen passende protheses terug. De oogleden worden gesloten, waarna er niets meer te zien is van de uitname.
- Na een botdonatie kunnen de nabestaanden het kind niet meer zelf wassen.
8.8. Praktische informatie weefseluitname
Praktische informatie over uitname van weefsels volgens het Modelprotocol.
8.9. Na weefseluitname
Weefseluitname vindt plaats in het mortuarium of uitvaartcentrum. Daarna kan het kind naar huis overgebracht worden. Als een gecombineerde orgaan- en weefseldonatieprocedure plaatsvindt, komt het kind na de donoroperatie terug naar de Kinder IC. De ondersteuning en begeleiding van de ouders en de verzorging van het overleden kind gebeurt na de donoroperatie.