Een orgaan van een levende donor gaat meestal langer mee: vanaf het moment van transplantatie gemiddeld vijftien tot twintig jaar. Een nier van een overleden donor gaat gemiddeld tien jaar mee.
Mensen met een orgaan van een levende donor leven gemiddeld langer.
Een transplantatie met een orgaan van een levende donor is een geplande operatie, waarbij de donor en de ontvanger in een zo goed mogelijke conditie zijn en het orgaan niet hoeft te reizen. Daardoor werkt het orgaan meestal meteen. Bij een transplantatie met een orgaan van een overleden donor kan het zijn dat het even duurt voordat de nier of lever werkt.
De patiënt hoeft niet meer op de wachtlijst te staan. Dat maakt ook de wachttijd korter van patiënten die zelf geen levende donor hebben
Je geeft een patiënt en de mensen om hem heen een beter leven. Dat geeft een goed gevoel. Is de ontvanger je partner of een gezinslid? Ook jouw leven en dat van je gezin wordt ‘normaler’.
Nadelen donatie bij leven
Je moet een operatie ondergaan en aan elke operatie zijn risico’s verbonden.
Herstellen kost tijd: wie helpt in huis of vangt bijvoorbeeld de kinderen op?
Als donor maak je soms kosten; je kunt hiervoor een vergoeding aanvragen.
Je relatie met de ontvanger kan veranderen.
Je wordt uitgebreid onderzocht: er kunnen medische problemen worden ontdekt die je anders niet had geweten of die je niet had willen weten.
10 tot 15% van de ontvangers heeft ondanks medicatie toch last van afstotingsverschijnselen. Dat kan emotioneel en ingrijpend zijn. Deze afstotingsreacties zijn te behandelen, maar soms kan het gebeuren dat de lever of de nier bij de ontvanger niet meer werkt.