Sharief wil dat zo veel mogelijk mensen weten wat orgaandonatie inhoudt. Dat vindt hij belangrijk: 'Er is te weinig over bekend in onze geloofsgemeenschap. Er wordt niet genoeg over gesproken. Ik wil mensen ervan bewust maken dat het belangrijk is om erover na te denken.'
Niets gemerkt
Sharief ontdekte in 1998 dat zijn nieren niet goed werkten. Hij was toen 31. 'Ik had constant hoofdpijn. Na lange tijd bleek dat mijn nieren lekten. Daardoor raak je de afvalstoffen in het bloed niet voldoende kwijt en daar krijg je hoofdpijn van. De oorzaak was een torenhoge bloeddruk. Behalve de hoofdpijn had ik niets gemerkt.'
Moeilijk om te vragen
Toen zijn nieren in 2003 nog maar voor 11 procent werkten, moest hij aan de dialyse om de taken van de nieren over te nemen en het bloed te reinigen. Tegelijk kwam Sharief op de wachtlijst voor een donornier. 'In mijn familie heb ik niet gevraagd of iemand een nier aan me wilde doneren, want ik koos voor wat God wilde dat er gebeurde. En omdat niemand merkte dat ik ziek was, vond ik vragen om een nier moeilijk.'
In 2007 kreeg Sharief een nier van een overleden donor. 'Het gaat goed. De nier werkt voor 33 procent, maar dat is genoeg. Ik ben nog wel snel moe, dus ik werk 20 uur per week. En om de dag sport ik.'
Overleven belangrijker
Sharief hoort bij een geloofsgemeenschap binnen de islam. Over hun visie op overlijden vertelt hij: 'Het lichaam is gemaakt van aarde. Na het overlijden gaat het lichaam onder de grond en gaat de ziel naar een plek waar alle zielen zijn. Op de dag des oordeels komt de ziel terug in het lichaam. Heb je goed geleefd, dan kom je in de hemel, anders word je bestraft.'
Voor orgaandonatie is dit alles geen belemmering, legt Sharief uit: 'Als je iemands leven ermee kunt redden, is dat goed. Eigenlijk zou je lichaam volgens ons geloof ongeschonden moeten blijven, maar een leven redden gaat voor. Een ander voorbeeld is varkensvlees eten, wat moslims niet mogen. Als er helemaal niets meer te eten is, maar wel varkensvlees, dan mag je dat toch eten. Het overleven is dan belangrijker.'
Erover praten
Shariefs familie reageerde positief op zijn donornier. Ook binnen de geloofsgemeenschap is het goed opgepakt. Toch zegt Sharief: 'Iedereen weet dat ik een nier heb gekregen, maar ik merk dat er niet graag over gesproken wordt. Ook niet over ja of nee opnemen in het Donorregister. Dat komt volgens mij niet doordat mensen het eng vinden, maar doordat dat ze er heel weinig van weten. Er is meer aandacht voor nodig.'
Bijeenkomsten in de moskee
Hij heeft wel een idee hoe dat zou kunnen. 'Onder Surinaamse moslims komt diabetes veel voor. Daarover organiseert de moskee bijeenkomsten. Mensen kunnen zelfs maandelijks in de moskee hun bloed laten prikken. Zo maakt de moskee de bezoekers bewust van de gevaren van diabetes. Dit soort bijeenkomsten zouden ze ook over orgaandonatie kunnen organiseren. Mensen moeten weten dat ze daar levens mee kunnen redden. En dat het geloof dus juist positief staat tegenover donatie, omdat je er levens mee redt.'