‘Meestal zijn DCD-donoren patiënten die op de intensive care liggen na bijvoorbeeld een hersenbloeding, herseninfarct of ongeval’, zegt dr. Angela Kotsopoulos. ‘Als herstel is uitgesloten zet de behandelend arts, in overleg met de familie, de levensondersteunende behandeling stop. De patiënt overlijdt dan na enige tijd op natuurlijke wijze.’ Bij toestemming voor orgaandonatie wordt de overledene, nadat de arts de dood heeft vastgesteld, naar de operatiekamer gebracht voor de uitname van organen. ‘Dat kan alleen als er niet meer dan twee uur zit tussen het stopzetten van de levensondersteunende behandeling en het overlijden. Anders neemt de kwaliteit van de organen te veel af.’
Voorspellen
Het zou fijn zijn om te kunnen inschatten of iemand binnen die twee uur na het stopzetten van de levensondersteunende behandeling overlijdt. ‘Niet alleen voor de patiënt zelf, maar ook voor de familie, voor de potentiële ontvangers en voor de inzet van personeel en middelen. Omdat het opstarten van een donatieprocedure zoveel vraagt van alle betrokkenen, wil je het liefst van tevoren inschatten of het echt gaat gebeuren.’ Samen met het Radboudumc en de NTS ontwikkelde Kotsopoulos daarom een voorspelmodel. Ze verzamelde hiervoor gegevens van ruim 400 patiënten. ‘Het model kijkt naar een aantal patiëntkenmerken. Hoe slechter de patiënt hierop scoort, hoe groter de kans dat hij of zij binnen een of twee uur na het stopzetten van de levensondersteunende behandeling overlijdt.’
Niet in praktijk
Hoewel het model behoorlijk goed voorspelt welke patiënten binnen één of twee uur overlijden, raadt Kotsopoulos af om beslissingen in de klinische praktijk hierop te baseren. ‘Er zullen altijd patiënten zijn die tóch binnen twee uur overlijden, ook al voorspelde het model van niet. Als je voor hen geen donatieprocedure opstart, verlies je een potentiële orgaandonor. Dat wil je echt voorkomen. Allereerst omdat we de wens van de patiënt en diens familie om te doneren graag vervullen. De familie is vaak teleurgesteld als de donatie niet doorgaat. En natuurlijk willen we, met het grote tekort aan donororganen, geen donoren verliezen. Bij twijfel zou ik dus altijd de donatieprocedure opstarten.’ Het model kan wel bijdragen aan de communicatie met de familie van de patiënt. ‘Voor hen is het fijn om een inschatting te hebben.’
Langer behandelen
Kotsopoulos’ co-promotor dr. Farid Abdo ziet nog een andere toepassing. ‘In een deel van de gevallen voorspelt het model dat de potentiële donor waarschijnlijk níet binnen twee uur overlijdt. Je zou bij deze patiënten, in overleg met de familie, iets langer kunnen wachten met het stopzetten van de levensondersteunende behandeling. De patiënt lijdt daar niet onder, want comfortbehandeling staat bij al deze patiënten voorop. Maar het lichaam komt intussen wel iets verder in het stervensproces. Dat maakt de kans groter dat de patiënt toch binnen twee uur overlijdt, en daarmee kan de wens voor orgaandonatie dan alsnog vervuld worden.
Advies
Wat is nu het beste besluit in de praktijk? Abdo: ‘Schat je met grote zekerheid in dat iemand niet binnen twee uur na het stopzetten van de levensondersteunende behandeling overlijdt? Bespreek dan met de familie de mogelijkheid om iets langer te wachten tot het stervensproces een fase verder is.’ Kotsopoulos: ‘En twijfel je of iemand binnen twee uur zal overlijden, start dan altijd de donatieprocedure op.’
Lees het proefschrift