Terug naar het vorige niveau: Modelprotocol
Lees voor

Introductie

Het modelprotocol postmortale orgaan- en weefseldonatie beschrijft stap voor stap het verloop van de donatieprocedure: van de donorherkenning tot het moment dat de donor naar de operatiekamer wordt gebracht.

Het protocol bestaat uit 2 delen:

  • Deel 1: postmortale orgaandonatie
  • Deel 2: postmortale weefseldonatie

Daarnaast is er een protocol Kind als donor voor donoren jonger dan 18 jaar.

Voor de leesbaarheid wordt in dit protocol de hij-vorm gebruikt. Uiteraard geldt dat er hier ook zij/haar en hen/hun gelezen kan worden.

Gebruiksaanwijzing voor ziekenhuizen

Dit Modelprotocol is een voorbeeldprotocol voor ziekenhuizen. Ziekenhuizen kunnen het gebruiken om hun eigen ziekenhuisprotocol te controleren en zo nodig aan te passen. Dit Modelprotocol voldoet aan de eisen die de wet aan een ziekenhuisprotocol stelt. De hoofdstukken in het protocol hebben een verschillende juridische status. Als een hoofdstuk een normatieve basis heeft – en er dus niet van afgeweken mag worden – staat dit er expliciet bij vermeld. In dit Modelprotocol staat niet altijd aangegeven welke functionarissen bevoegd zijn om een bepaalde taak uit te voeren. Dit moet het ziekenhuis zelf bepalen. Dit kan per ziekenhuis verschillen. In Bijlage 1 is een invulvel toegevoegd waarin de bevoegde functionarissen kunnen worden weergegeven.

Gebruiksaanwijzing voor zorginstellingen en huisartsen

Het mogelijk maken van weefseldonatie zou het uitgangspunt moeten zijn van zorginstellingen, maar zij zijn niet verplicht om donatie mogelijk te maken. Een arts hoeft het Donorregister niet te raadplegen als deze procedure niet mogelijk is in de zorginstelling. Indien dit wel het geval is dan dient er in de zorginstelling een protocol voor donatie te zijn. Als er geen contra-indicaties voor weefseldonatie zijn, dan bepaalt de behandelend arts vanuit zijn eigen professionele verantwoordelijkheid of het Donorregister geraadpleegd wordt. Dit geldt ook voor de huisarts indien de patiënt thuis overlijdt.

Donatieprofessionals

Dit protocol is onder andere bestemd voor artsen en verpleegkundigen die betrokken zijn bij donatieprocedures. Zij kunnen bij hun werk de hulp inroepen van de volgende donatieprofessionals:

  • Donatiecoördinator (DC): er is voor elk ziekenhuis een donatiecoördinator beschikbaar. Deze ondersteunt het donatiebeleid in het ziekenhuis, geeft scholing en beantwoordt vragen over donatie. 
  • (Coördinerend) donatie-intensivist (DI): kernziekenhuizen hebben een donatie-intensivist in dienst. Dit is een intensivist met een specifieke focus op donatie. Daarnaast heeft iedere regio een coördinerend donatie-intensivist. Hij werkt voor alle ziekenhuizen binnen het cluster.
  • Orgaandonatiecoördinator (ODC): de UMC’s hebben orgaandonatiecoördinator en in dienst. Deze zijn in alle ziekenhuizen inzetbaar om een orgaandonatieprocedure te coördineren. De kernziekenhuizen in Nederland hebben een Commissie Orgaan- en Weefseldonatie, waarin het donatiebeleid besproken en geëvalueerd wordt. Ook satellietziekenhuizen kunnen een dergelijke commissie inrichten.

Donatieformulier

Ziekenhuizen zijn verplicht om bij ieder overlijden een donatieformulier in te vullen. Dit formulier is in alle ziekenhuizen opgenomen in het pakket formulieren die na een overlijden moeten worden ingevuld. De donatiecoördinator in het ziekenhuis verwerkt de informatie uit de donatieformulieren in de landelijke database van de NTS.

> Bestellen en downloaden donatieformulier

Wet- en regelgeving

De regels voor postmortale orgaan- en weefseldonatie in Nederland zijn vastgelegd in Europese en Nederlandse wetgeving. Hieronder staan de belangrijkste wetten en richtlijnen. Dit overzicht is echter niet volledig. Heb je vragen over het juridisch kader of over andere wet- en regelgeving voor postmortale orgaan- of weefseldonatie? Neem dan contact op met de NTS.

De belangrijkste wetten en richtlijnen voor donatie in Nederland zijn:

Bijlagen

Dit protocol heeft 3 bijlagen: