Skip naar de inhoud
Zoeken: Escape om te sluiten, Ctrl+Pijl omhoog/omlaag om door resultaten te navigeren

Modelprotocol

Het Modelprotocol postmortale orgaan- en weefseldonatie beschrijft stap voor stap het verloop van de donatieprocedure.

Wijzigingsrapport Modelprotocol: 2019-heden

Overzicht van alle wijzigingen in het Modelprotocol postmortale orgaan– en weefseldonatie.

DatumVersieWijziging
Januari-191.1Verhoging leeftijd hartdonatie naar 70 jaar
Wijzigingen in criteria voor weefseldonatie
April-191.2Eiwit/kreatine ratio bepalen bij nierdonatie
Januari-201.3Wijzigingen diverse weefselcriteria
Juli-201.4Integreren Kwaliteitsstandaard Donatie
Loslaten leeftijdsgrens longdonatie
April-214Versie 4 is de opvolging van versie 1.4
Hartdonatie bij DCD donoren
Wijzigingen in criteria voor weefseldonatie
Oktober-214HIV geen absolute contra-indicatie meer voor orgaandonatie
Februari-225Wijzigingen in criteria voor weefseldonatie
Verwijzing naar Protocol Kind als donor
Juli-226Femorale arteriën vervallen voor weefseldonatie
Eigen wilsverklaring bij donor uit het buitenland
November-226Swabafname komt te vervallen
Januari-237Toedienen heparine donoren
Juli-237Wijzigingen in criteria voor weefseldonatie
Toedienen heparine ook bij orgaandonoren na euthanasie
Oktober-248Wijziging definitie sepsis voor orgaandonatie
(Bekende) hemofilie B absolute contra-indicatie voor leverdonatie
Wijziging in brieven voor nabestaanden van weefseldonoren
Januari-259Wijzigingen in criteria voor weefseldonatie.
BMI > 40 is toegevoegd als algemene contra-indicatie
COVID-19 vervalt als contra-indicatie voor cornea- en huiddonatie
MGUS wordt een relatieve contra-indicatie
Juli-2510Deel 1 Orgaandonatie
2.2.1. Meerdere wijzigingen in algemene contra-indicaties.
2.2.2. Meerdere wijzigingen inrelatieve contra-indicaties.
2.2.3. Meerdere wijzigingen in tabel 1, onder andere:
toevoeging hemofilie A bij lever
toevoegingen contra-indicaties hart
aanpassing leeftijdscriteria hart
2.7. Toevoeging van het landelijk orgaanoverkoepelend Hepatitis B protocol.
5.1. Toevoeging van informatie over de apneutest bij patiënten behandeld met ECMO
6.1.2. Verwijderd: bij NRP hoeft de heparine niet op de IC te worden toegediend.
6.1.3. Toevoeging informatie over abdominale normotherme regionale perfusie (aNRP).
6.5. Maximale tijdsduur tot circulatiestilstand bij de lever gaat van 1 uur naar 2 uur.
7.1. Aanpassingen in medische onderzoeken. In tabel 3 onder andere toevoeging CT-scan en aanvullende onderzoeken hart.
Deel 2 Weefseldonatie
2.1. Leeftijdscriterium verwijderd
2.3. Tabel 5: Weefselspecifieke contra-indicaties en leeftijdscriteria verwijderd
6.5. Tabel 6.1: vragen over toestemming en persoonsgegevensdonor vervangen door een link naar de weefselvragenlijst.
7.5.2. Informatie over rituele wassing toegevoegd.

Voor wie is dit protocol?

Dit protocol is onder andere bestemd voor artsen en verpleegkundigen die betrokken zijn bij donatieprocedures. Zij kunnen bij hun werk de hulp inroepen van donatieprofessionals:

  • Donatiecoördinator (DC)

Er is voor elk ziekenhuis een donatiecoördinator beschikbaar. Deze ondersteunt het donatiebeleid in het ziekenhuis, geeft scholing en beantwoordt vragen over donatie.

  • (Coördinerend) donatie-intensivist (DI)

Kernziekenhuizen hebben een donatie-intensivist in dienst. Dit is een intensivist met een specifieke focus op donatie. Daarnaast heeft iedere regio een coördinerend donatie-intensivist. Hij werkt voor alle ziekenhuizen binnen het cluster.

  • Orgaandonatiecoördinator (ODC)

De UMC’s hebben orgaandonatiecoördinatoren in dienst. Deze zijn in alle ziekenhuizen inzetbaar om een orgaandonatieprocedure te coördineren. De kernziekenhuizen in Nederland hebben een Commissie Orgaan- en Weefseldonatie, waarin het donatiebeleid besproken en geëvalueerd wordt. Ook satellietziekenhuizen kunnen een dergelijke commissie inrichten.

 

Gebruiksaanwijzing voor ziekenhuizen

Dit Modelprotocol is een voorbeeldprotocol voor ziekenhuizen. Ziekenhuizen kunnen het gebruiken om hun eigen ziekenhuisprotocol te controleren en zo nodig aan te passen.

Normatieve hoofdstukken

Dit Modelprotocol voldoet aan de eisen die de wet aan een ziekenhuisprotocol stelt. De hoofdstukken in het protocol hebben een verschillende juridische status. Als een hoofdstuk een normatieve basis heeft – en er dus niet van afgeweken mag worden – staat dit er expliciet bij vermeld.

Bevoegdheden

In dit Modelprotocol staat niet altijd aangegeven welke functionarissen bevoegd zijn om een bepaalde taak uit te voeren. Dit moet het ziekenhuis zelf bepalen. Dit kan per ziekenhuis verschillen.

Zie ook invulvel waarin de bevoegde functionarissen kunnen worden weergegeven.

Gebruiksaanwijzing voor zorginstellingen en huisartsen

Het mogelijk maken van weefseldonatie zou het uitgangspunt moeten zijn van zorginstellingen, maar zij zijn niet verplicht om donatie mogelijk te maken. Een arts hoeft het Donorregister niet te raadplegen als deze procedure niet mogelijk is in de zorginstelling. Indien dit wel het geval is dan dient er in de zorginstelling een protocol voor donatie te zijn. Als er geen contra-indicaties voor weefseldonatie zijn, dan bepaalt de behandelend arts vanuit zijn eigen professionele verantwoordelijkheid of het Donorregister geraadpleegd wordt. Dit geldt ook voor de huisarts indien de patiënt thuis overlijdt.

Uitgebreide Europese richtlijn
  • De ‘Guide to the Quality and Safety of Organs for Transplantation’ is een uitgebreide Europese richtlijn met de nieuwste inzichten en standaarden voor orgaandonatie en –transplantatie, gebaseerd op recent wetenschappelijk onderzoek.
  • Uitgave: EDQM, Council of Europe – 9e editie (2025).

Download de richtlijn

Begrippen en afkortingen

Bekijk de lijst met begrippen en afkortingen in het Modelprotocol.

Begrippen

Voor de leesbaarheid wordt in dit protocol de hij-vorm gebruikt. Uiteraard geldt dat er hier ook zij/haar en hen/hun gelezen kan worden.

Patiënt

Een persoon die is opgenomen in het ziekenhuis, van wie het overlijden spoedig wordt verwacht of die is overleden, en die mogelijk donor kan zijn.

Nabestaanden

Nabestaanden kunnen op grond van de Wet op de orgaandonatie (Wod) in bepaalde gevallen beslissingsbevoegd zijn. Nabestaanden hebben de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de aard van de registratie of tegen de donatie. Het gaat hierbij in de eerste plaats om de partner. Bij afwezigheid of onbereikbaarheid daarvan: de bloedverwanten (1e en 2e graad). En bij afwezigheid of onbereikbaarheid daarvan: de aanverwanten (1e en 2e graad). Er geldt geen onderscheid tussen de 1e en 2e graad.

NB: In de Wod wordt de term ‘nabestaanden’ ook gehanteerd voor situaties waarin de patiënt nog niet is overleden. Dat geldt ook voor dit protocol.

Lees wie precies onder de nabestaanden vallen (4.7)

Naasten

Mensen die een (grote) rol speelden in het leven van de patiënt, zoals een buurvrouw of een goede vriend, met inbegrip van (maar niet beperkt tot) de nabestaanden t/m de 2e graad.

NB: In de Wod wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen de ‘naasten’ en de ‘nabestaanden’. Als het gaat om het informeren over de registratie en de vervolgstappen, kan de functionaris zich tot alle naasten richten. Maar zodra er toestemming voor donatie nodig is, zijn alleen de nabestaanden beslissingsbevoegd. Bovendien mogen alleen de nabestaanden bezwaar maken tegen de aard van de registratie of tegen de donatie. Een naaste die geen nabestaande is, mag dit niet.

Donatiegesprek

Het geheel aan gesprekken met de naasten in het kader van een mogelijke donatie. Het donatiegesprek vindt plaats voorafgaand aan de eventuele weefsel- en/of orgaanuitname en nadat het ‘slechtnieuwsgesprek’ is gevoerd.
Het donatiegesprek bevat 2 onderdelen:

  • Initieel deel: gesprek waarin de functionaris de registratie in het Donorregister met de naasten bespreekt. Ook geeft de functionaris in dit gesprek informatie over donatie en vraagt hij – als dat aan de orde is – toestemming voor donatie aan de nabestaanden t/m de 2e graad of aan een specifieke persoon.
  • Specifiek deel: gesprek waarin de functionaris meer informatie geeft over welke specifieke organen, weefsels en afgenomen benodigd lichaamsmateriaal medisch geschikt zijn voor donatie. Hiervoor vraagt hij aan de naasten informatie over de sociale en medische voorgeschiedenis van de patiënt. Ook bespreekt de functionaris in dit gesprek de planning van de procedure.

NB: De bovenstaande indeling in het ‘initiële deel’ en het ‘specifieke deel’ van het donatiegesprek is gemaakt om meer structuur en duidelijkheid aan te brengen. Echter, een dergelijke scheiding is in de praktijk niet zo strikt te maken, omdat in beide delen dezelfde items kunnen voorkomen. In dat geval worden het initiële deel en het specifieke deel samengevoegd in één gesprek. Dit is mede afhankelijk van de specifieke informatiebehoefte van de naasten.

Functionaris

Persoon die het initiële deel van het donatiegesprek voert. De functionaris kan een arts zijn of een andere medische professional.

Wilsonbekwaam

Het gaat hier om wilsonbekwaamheid met betrekking tot orgaan- en weefseldonatie. Een wilsonbekwame is iemand die ‘niet in staat is tot een redelijke waardering van de belangen ter zake’ en die niet ‘de betekenis van de feiten kan wegen in het licht van zijn eigen prioriteiten’.

In het geval van donatie is iemand wilsonbekwaam als hij niet in staat is om te begrijpen wat donatie inhoudt en/of om te overzien wat de gevolgen van donatie zijn. Daardoor ontbreekt bij deze persoon de basis waarop wilsbekwame personen hun keuze baseren. Mensen met een verstandelijke beperking hoeven niet per definitie wilsonbekwaam te zijn als het gaat om donatie. Of iemand wilsonbekwaam is, is een medische beoordeling, geen juridische.

Zie 3.4.1. voor kinderen jonger dan 12 jaar

Vergewisplicht

De vergewisplicht ziet toe op de wilsbekwaamheid van de patiënt. In de nieuwe donorwet is ervoor gekozen om de vergewisplicht expliciet vast te leggen. Het betreffende artikel bevat de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan voordat de procedure voor het uitnemen van organen/weefsels start. Een van die voorwaarden is dat de aangewezen functionaris zich moet vergewissen van de wilsbekwaamheid van de patiënt ten tijde van de registratie.

Aannemelijk maken

Bij een ‘ja’- of ‘geen bezwaar’-registratie kunnen nabestaanden aannemelijk maken (4.10) dat de registratie niet overeenkomt met de wens van de patiënt.

Zijn de nabestaanden ervan overtuigd dat de ‘ja’- of ‘geen bezwaar’-registratie niet klopt? Dan moeten zij dit kenbaar maken en uitleggen aan de functionaris. Hoe ze dat doen, is vormvrij. De wet spreekt over 'aannemelijk maken', zonder dat dit wordt ingevuld. Het gaat niet om ‘bewijzen’, maar om ‘uiteenzetten’ en ‘uitleggen’. De functionaris vraagt aan de nabestaanden om uit te leggen waarom zij menen dat de registratie niet overeenkomt met de wens van de patiënt.

Kunnen zij dit voldoende overtuigend uitleggen, dan kan de registratie ongeldig worden en geldt de informatie van de nabestaanden. Het is aan het professionele oordeel van de functionaris om te beslissen of hij erop kan vertrouwen dat de registratie overeenkomt met de wens van de patiënt.

Ingezetene

Een natuurlijk persoon die ingeschreven is in de Basisregistratie Personen. In de praktijk betekent dit dat deze persoon zijn werkelijke woonplaats in Nederland heeft.

Kwaliteitsstandaard Donatie

Kwaliteitsstandaard die is opgesteld in het kader van de wijziging van de Wet op de orgaandonatie in 2020. Deze kwaliteitsstandaard richt zich op de raadpleging van het Donorregister en het daaropvolgende gesprek met de naasten en nabestaanden. In de standaard is de bestaande praktijk rond donatie vastgelegd en zijn de nieuwe onderdelen van de Wod vertaald naar de praktijk. De kwaliteitsstandaard is geïntegreerd in hoofdstuk 3 en 4 van dit modelprotocol.

Naar de Kwaliteitsstandaard

Afkortingen

Deze afkortingen komen voor in het Modelprotocol.

AfkortingBetekening
ALSAmyotrofe laterale sclerose
BIGBeroepen in de Individuele Gezondheidszorg
BMIBody Mass Index
BSNBurgerservicenummer
CABGCoronary Artery Bypass Grafting
cmCentimeter
CRPC-reactief Proteïne
CTComputed Tomography
CTACT-angiografie
DBDDonation after Brain Death
DCDDonation after Circulatory Death
DPADonation Procurement Application
ECGElectrocardiagram
EEGElektro-encefalografie
FiO2Inspiratoire zuurstoffractie
H2OWater
HbHemoglobine
HgHydrargyrum
HIVHuman Immunodeficiency Virus
HtHematocriet
HTLVHuman T-Lymphotropic Virus
ICIntensive Care
KgKilogram
MAPGemiddelde arteriële bloeddruk
Max.Maximum
MgMilligram
MGUSMonoclonal gammapathy of undetermined significance
mmMillimeter
mmHgMillimeters kwikdruk
mmol/lMillimol per liter
MSMultiple sclerose
NTSNederlandse Transplantatie Stichting
NVICNederlandse Vereniging voor Intensive Care
ODCOrgaandonatiecoördinator
OKOperatiekamer
PaO2Partiële arteriële zuurstofspanning
PEEPPositive end-expiratory pressure
SDDSelectieve darm-decontaminatie
SEHSpoedeisende Hulp
SLESystemische Lupus Erythematosus
SODSuperoxide dismutase
TCDTranscranieel Doppleronderzoek
TX/txpTransplantatie
UMCUniversitair medisch centrum
VWSMinisterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Wetgeving

De regels voor postmortale orgaan- en weefseldonatie in Nederland zijn vastgelegd in Europese en Nederlandse wetgeving.

Hieronder staan de belangrijkste wetten en richtlijnen. Dit overzicht is echter niet volledig. Heb je vragen over het juridisch kader of over andere wet- en regelgeving voor postmortale orgaan- of weefseldonatie?

Stuur een e-mail

Bijlagen

Donatieformulier

Ziekenhuizen zijn verplicht om bij ieder overlijden een donatieformulier in te vullen. Dit formulier is in alle ziekenhuizen opgenomen in het pakket formulieren die na een overlijden moeten worden ingevuld. De donatiecoördinator in het ziekenhuis verwerkt de informatie uit de donatieformulieren in de landelijke database van de NTS.

Bestellen en downloaden

Colofon

Het Modelprotocol Postmortale orgaan- en weefseldonatie is een uitgave van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS).

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande toestemming van de Nederlandse Transplantatie Stichting.

De uitgave is uitgebracht is samenwerking met: ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, (diverse werkgroepen binnen) de Nederlandse Transplantatie Vereniging en de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care.

Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt dankzij financiële steun van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Modelprotocol voor orgaan- en weefseldonatie - NTS