3.5. Niet-natuurlijk overlijden
Kan de behandelend arts geen verklaring van natuurlijk overlijden afgeven? Dan is orgaan- of weefseldonatie nog steeds een mogelijkheid. Wel is er toestemming van de officier van justitie nodig.
Toestemming van de officier van justitie
Bij een niet-natuurlijk overlijden volgt de functionaris dezelfde stappen als bij een natuurlijk overlijden: hij raadpleegt het Donorregister, gaat na of er toestemming voor donatie is of vraagt toestemming aan de nabestaanden of een aangewezen persoon. Volgt uit deze stappen dat er toestemming voor donatie is? Dan moet hij vervolgens toestemming vragen aan de officier van justitie. Dit is bij een niet-natuurlijk overlijden wettelijk vereist.
Als er geen vermoeden bestaat van een strafbaar feit, zal de officier van justitie snel toestemming kunnen geven. Is er een vermoeden van een strafbaar feit? Dan zal de officier van justitie overwegen welke maatregelen nodig zijn om donatie te laten plaatsvinden. Een maatregel kan een gerechtelijke sectie zijn, waarbij een patholoog van het Nederlands Forensisch Instituut aanwezig is. Ook kan de officier van justitie besluiten om geen toestemming voor donatie te geven.
Taken van de behandelend arts en de orgaandonatiecoördinator
Het is de taak van de behandelend arts om contact op te nemen met de forensisch geneeskundige om de niet-natuurlijke dood in combinatie met mogelijke donatie te melden. Afhankelijk van de situatie zal de forensisch geneeskundige vóór of na de donatie een schouw verrichten.
In geval van orgaandonatie kan de ODC zorgen voor een besluit/toestemming van de officier van justitie voor de donatie. Dit kan rechtstreeks of via de forensisch geneeskundige, afhankelijk van lokale afspraken.