Culturele diversiteit bij orgaandonatie: ‘Ieder mens is anders’
Hoe voer je een goed donatiegesprek als naasten een andere culturele achtergrond dan jijzelf hebben? De basis: stem af op het individu en stel onbevangen vragen. “Je hoeft niet zoveel van allerlei culturen te weten, want mensen zullen het je graag vertellen.”
11 november 2025
“Ga in gesprekken met naasten niet uit van ideeën over ‘de islam’ of ‘het hindoeïsme’. Dat is echt een valkuil”, zegt cultureel antropoloog Cor Hoffer. “Vraag hoe mensen er zélf naar kijken, want dáár gaat het om.” Het is Cors belangrijkste les voor de zorgverleners die hij traint in het omgaan met culturele diversiteit. De basisregel is eigenlijk simpel: ga zonder vooroordelen in gesprek. Want de ene Nederlander met Turkse achtergrond, Jehovah’s Getuige of Oost-Europese arbeidsmigrant is de andere niet.
Verschillen in registraties als donor
Dit principe geldt altijd, dus ook in donatiegesprekken. Natuurlijk is het nuttig te weten dat het aantal actieve registraties in het Donorregister verschilt tussen bevolkingsgroepen. Van de mensen met een Nederlandse herkomst heeft in 2024 40 procent zich geregistreerd met een actieve ‘ja’. Dat percentage is veel lager onder mensen met een Turkse en Marokkaanse achtergrond: respectievelijk 4 en 1. Mensen van Indonesische, Caribische of Surinaamse herkomst zitten ertussenin, met 32, 16 en 11 procent.
Stromingen, generaties en individuen
Zulke cijfers zeggen iets over het gemiddelde. Maar elke cultuur kent diversiteit in stromingen én individuen, benadrukt Cor. Neem een van de grootste Nederlandse bevolkingsgroepen met een migratiehistorie: mensen van Surinaamse herkomst. Onder hen zijn Afrosurinamers, hindostanen, Chinezen, Javanen, Inheemse Surinamers, enzovoorts. Bij alle groepen met een migratiegeschiedenis is er bovendien onderscheid tussen generaties. Eerstegeneratiemigranten ontlenen vaak meer opvattingen aan de cultuur van het herkomstland dan hun kinderen en kleinkinderen.
“Zij zeggen: als ik deze familie zie en hun religie, weet ik toch al dat ik een ‘nee’ krijg. Mijn antwoord is dan: denk erom, als ík het was in dat bed en jij deed die aanname, dan had je mij als donor gemist.”
Veel schroom
Om aan te sluiten bij het individu, is een open gesprek dus de enige weg. Maar in de praktijk hebben zorgverleners “veel schroom om vragen te stellen”, weet donatiecoördinator Samira Maleki. Zij is zelf geboren in Iran en werkt in het Amsterdamse OLVG, een ziekenhuis met een zeer diverse patiëntenpopulatie. Als zij trainingen ‘Communicatie rond donatie’ geeft aan zorgprofessionals, hoort zij dat die niet altijd het Donorregister raadplegen. “Zij zeggen: als ik deze familie zie en hun religie, weet ik toch al dat ik een ‘nee’ krijg. Mijn antwoord is dan: denk erom, als ík het was in dat bed en jij deed die aanname, dan had je mij als donor gemist.” Haar oproep is dan ook: check wél altijd het donorregister.
‘Parkeer je moeite’
Machlon Huiting, voormalig orgaandonatiecoördinator in het UMCG, herkent de aarzeling die je als zorgverlener kunt hebben. Hij voerde ooit een donatiegesprek met de naasten van een Jehovah’s Getuige. De man stond in het donorregister met een ‘ja’. Ook zijn vrouw en zoon waren vóór orgaandonatie, maar sterk tégen weefseldonatie. Machlon vond het moeilijk om te vragen naar toestemming voor wetenschappelijk onderzoek. “Ik bemerkte bij mezelf een drempel, omdat ze Jehovah’s Getuigen waren en al hadden gezegd dat ze geen weefseldonatie wilden. Moest ik dit nu ook nog vragen? Uiteindelijk dacht ik: het is ook vervelend als mensen hier pas achteraf over horen. Dus ik heb mijn moeite geparkeerd en de informatie toch gegeven. Toen bleek dat ze dit juist graag wilden.”
“Geef aandacht aan hun verdriet en aan hun verhaal. Daardoor snap je de context vanzelf veel beter”
Uitnodigen te vertellen
Onbevangen een gesprek voeren blijkt dus nog niet altijd zo makkelijk. “Zorgverleners raken vaak in een kramp”, weet Cor. “Ze denken: laat ik maar geen vragen stellen, want ik weet niets van de cultuur van deze mensen. Maar dat hoef je ook helemaal niet te weten. Mensen zullen het je zelf graag vertellen." Hoe kun je ze daartoe uitnodigen? “Zeg bijvoorbeeld: ‘U bent hindoe, kunt u mij uitleggen wat dat betekent? Ik ben een leek op dit gebied.’” Volgens Cor kan het Culturele Interview hierbij een hulpmiddel zijn. Dit is een methodiek om het gesprek tussen zorgverlener en patiënt of naasten met een andere culturele achtergrond te bevorderen. Machlon adviseert om in elk donatiegesprek – ongeacht iemands culturele achtergrond –eerst te ‘levelen’. Of wel: af te stemmen op de naasten. “Geef aandacht aan hun verdriet en aan hun verhaal. Daardoor snap je de context vanzelf veel beter.”
Ken je eigen levensbeschouwing
Om anderen in hun waarde te kunnen laten, is het daarnaast belangrijk stil te staan bij je eigen levensbeschouwing. Waar hecht jij aan in het leven, wat zijn jouw waarden en normen? “Het is goed je daarvan bewust te zijn, anders neem je jouw opvattingen onbedoeld mee in het gesprek”, zegt Cor. “Je moet een scheiding kunnen maken tussen je opvattingen als zorgverlener en als mens. Stel dat jouw interpretatie van de islam is dat donatie mag, en een orthodoxe familie vindt van niet. Dan moet je geen theologisch debat aangaan. Dat is niet aan jou.”
Altijd verrassingen
Als je deze uitgangspunten omarmt, zul je een heel eind komen. Intensivist Mathilde Slabbekoorn uit Haaglanden Medisch Centrum vat de kern als volgt samen: “Elk mens is anders en denkt ook over donatie anders.” Zij benadrukt dat het werken met verschillende culturen “gewoon heel erg boeiend” is. “Als je met mensen over hun cultuur kunt spreken, maakt dat je werk alleen maar leuker. Er gebeuren altijd verrassende dingen in donatiegesprekken. Hoe verdrietig die gesprekken ook zijn.”
Om te onthouden: drie gouden regels voor donatiegesprekken
- Wees je bewust van je eigen cultuur en opvattingen. Dit voorkomt dat je ze onbewust als norm hanteert, wat het gesprek kan verstoren.
- Doe geen aannames, maar stel open vragen. Bijvoorbeeld: hoe kijkt u hier tegenaan? Wat betekent dat voor u?
- Raadpleeg altijd het Donorregister voor je het gesprek over donatie voert. Dit geeft vanaf het begin duidelijkheid.