DCD-hartdonatie in Nederland: een nationaal succes
Hartdonatie bij DCD-donoren heeft veel extra transplantaties opgeleverd. De resultaten zijn minstens zo goed als bij de DBD-hartdonatie.
21 juni 2023
Ruim 2 jaar geleden vond in Nederland de eerste harttransplantatie afkomstig van een DCD-donor plaats. Transplantatie-artsen prijzen de hechte samenwerking tussen de verschillende centra en de efficiënte implementatie van de nieuwe techniek
Olivier Manintveld is cardioloog in het Erasmus MC. Samen met collega’s uit het UMC Utrecht en het UMC Groningen vormde hij de projectgroep die de DCD-methode in Nederland introduceerde.
Manintveld: 'We hielden de ontwikkeling rond DCD-donatie al jaren in de gaten. Er is al jaren een tekort aan donorharten. Hierdoor overlijdt 1 op de 7 mensen op de hartwachtlijst. Omdat de getallen van de klassieke hersendode hartdonoren maar bleven teruglopen, moesten we in actie komen.’
Verschillen DBD en DCD
Manintveld: 'Bij een DCD-procedure (DonationafterCirculatoryDeath) treedt er een circulatiestilstand op. Na een ‘no touch’-periode van vijf minuten wordt de dood vastgesteld. Het hart wordt uitgenomen en in een machine geplaatst. In de machine gaat het hart na toevoer van zuurstof en bloed weer kloppen. Op die manier kan het hart maximaal acht uur bewaard worden, voordat het wordt getransplanteerd.
Bij de klassieke DBD-donoren (Donationafter Brain Death) is de persoon hersendood verklaard. Het hart wordt gecontroleerd stilgelegd, waarna het in ijs wordt verpakt en maximaal vier uur bewaard kan worden. Doordat het hart bij DBD-donatie op ijs geen zuurstof of voedingsstoffen meer krijgt, treedt er sneller schade aan de hartcellen op. Bij DCD-donatie heeft de chirurg meer rust en tijd om de operatie uit te voeren, omdat het hart op de perfusiemachine is beschermd.’
Training perfusiemachine
Aanvankelijk zouden de transplantatie-artsen, die de nieuwe methode gingen gebruiken, in Boston een training volgen van de fabrikant van de perfusiemachine. De coronapandemie gooide echter roet in het eten. ‘Gelukkig konden we de training alsnog in het Erasmus MC volgen,’ vertelt dr. Niels van der Kaaij, hart-longchirurg in het UMC Utrecht en één van de drie transplantatie-artsen die het project opstartten.
Nationaal protocol
Niels van der Kaaij: ‘Samen met de NTS en Eurotransplant stelden we een nationaal protocol op. Alle mensen op de wachtlijst voor een donorhart werd gevraagd of ze ook een hart volgens de nieuwe methode wilden ontvangen. Vervolgens hebben we centrum-overstijgend gewerkt. We hebben het algemeen belang van de patiënt centraal gesteld: de procedures werden uitgevoerd op de volgorde van de nationale wachtlijst.’
Snelle introductie door goede samenwerking
Een efficiënte samenwerking zorgde ervoor dat de introductie van de nieuwe methode zo soepel mogelijk ging. Van der Kaaij: ‘Je wilt voorkomen dat elk centrum door dezelfde leercurve heen moet. Om niet meerdere keren dezelfde fouten te maken, hebben we zoveel mogelijk samen ervaring opgedaan. Wanneer een team van het ene centrum een uitname volgens de DCD-hartdonatieprocedure deed, ging er een team van een ander centrum mee om te observeren en te leren. Daarnaast hebben de centra onderling data en casuïstiek op een open en opbouwende wijze met elkaar besproken. Dat was een bijzondere samenwerking, waarbij de coördinerende rol van de NTS ook erg belangrijk was.'
Groot potentieel DCD-donoren
Na bezoek aan een symposium in het Verenigd Koninkrijk, waar men al eerder met DCD-hartdonatieprocedures was gestart, besluit de projectgroep om te inventariseren of de methode in Nederland ingevoerd kan worden. ‘Er bleek een groot potentieel voor DCD-donoren in Nederland te zijn,’ aldus Manintveld.
Subsidie VWS
‘In 2018 vond er een nationaal symposium plaats waar naast transplantatie-artsen ook intensivisten, de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) en het ministerie van VWS aan meededen. Er volgde intensief overleg over onder meer de precieze operatiemethode, de financiering en de protocollen. VWS zegde in 2020 subsidie toe en daarmee kon DCD-hartdonatie starten.'
“In Nederland is 50% van de hartdonoren op dit moment DCD-donor”
Goede resultaten
Al snel na invoering van de nieuwe DCD-hartdonatieprocedure, bleken de Nederlandse resultaten bemoedigend te zijn. ‘In Nederland is vijftig procent van de hartdonoren op dit moment een DCD-donor, vertelt dr. Michiel Erasmus, hart-longchirurg in het UMC Groningen en de derde transplantatie-arts uit de projectgroep. ‘De uitkomsten na DCD-donatie zijn minstens zo goed als bij de DBD-methode. Bovendien resulteert het in meer transplantaties.’ In de afgelopen twee jaar zijn er dankzij de nieuwe methode in totaal 57 extra harttransplantaties uitgevoerd (cijfers juli 2023 - bekijk actuele cijfers).
Effect op de wachtlijst
Erasmus: ‘Tot en met juni hebben we dit jaar bijvoorbeeld al 30 harttransplantaties in Nederland uitgevoerd, terwijl de norm jarenlang 40 per jaar was. Als we dit jaar tegen de 60 harttransplantaties uit kunnen voeren, hebben we dat getal in 2023 ruimschoots overschreden. Dan zien we hopelijk ook een afname van het aantal mensen op de wachtlijst en van het aantal mensen dat overlijdt voordat er een geschikt donorhart beschikbaar komt. We zien nu al een stabilisatie van het aantal mensen op de wachtlijst, terwijl deze de afgelopen jaren alleen maar groeide.’
Blik op de toekomst
Hoewel de resultaten van de DCD-hartdonatieprocedure nu al erg goed zijn, stellen de transplantatie-artsen dat er nog steeds verbeterslagen te maken zijn. ‘Ik denk hierbij onder meer aan de logistieke procedure,’ aldus Erasmus. ‘Het plaatsen van een hart van een DCD-donor op de perfusiemachine kost nu vrij veel geld en er is veel personeel bij betrokken. Misschien komen er in de toekomst ook andere perfusiemachines op de markt, waardoor het nog efficiënter kan.’
Manintveld wijst in dit kader op donorherkenning: ‘We zijn in Nederland al vrij proactief met donatie bezig, maar het kan altijd beter. De DCD-hartdonatieprocedure kan nog beter toegelicht worden in de orgaandonatieketen, waardoor we nog meer potentiële donoren kunnen identificeren. Ook zouden we de criteria waaraan donorharten moeten voldoen kunnen aanpassen, bijvoorbeeld door de leeftijdsgrens van potentiële DCD-donoren te verhogen. Hierdoor zouden nog meer harten beschikbaar kunnen komen voor een DCD-transplantatie.’
“Dankzij de DCD-methode kunnen we in de toekomst hopelijk steeds meer maatwerk leveren”
Meer keuzes voor patiënten
Van der Kaaij stelt tenslotte dat er dankzij de nieuwe methode in de toekomst meer keuzes gemaakt kunnen worden. ‘Sommige patiënten zijn misschien beter af wanneer ze eerst een steunhart ontvangen, terwijl andere patiënten juist meteen een donorhart moeten krijgen. Omdat het aantal donorharten in het verleden zo laag was, hadden we deze keuzemogelijkheden vroeger nauwelijks. Dankzij de DCD-hartdonoren kunnen we in de toekomst hopelijk steeds meer maatwerk leveren.'
Gratis magazine Transparant
Dit is een artikel uit het gratis magazine Transparant. Meld je aan en ontvang Transparant 2 keer per jaar.
Lees meer inspirerende artikelen
Orgaandonatie in het VK: wat kunnen we leren van de Britten?
In het Verenigd Koninkrijk (VK) zijn de afgelopen jaren grote stappen gezet rond orgaandonatie. Wat kunnen we hier in Nederland van leren?
Na twee longen ook nog een niertransplantatie?
Een te groot risico. Zo dachten artsen over een niertransplantatie voor Debby van Vendeloo (42), patiënt met de taaislijmziekte cystische fi...
Gekweekte endotheelcellen: hoop voor corneapatiënten
Het injecteren van gekweekte endotheelcellen op de binnenste laag van het hoornvlies (cornea) is een innovatieve techniek die veelbelovend i...