Een transplantatie kan mensen onzeker maken over hun lichaam, weet Eva Anne Hartman, diëtist MSc nefrologie in het Amsterdam UMC. ‘Ze moeten weer leren léven, met alles wat daarbij hoort. Dus ook bewegen. Veel mensen met een nierziekte hebben vóór de transplantatie al weinig bewogen omdat ze heel moe waren of dialyseerden. Dan is het logisch dat ze zich afvragen: kan dat eigenlijk wel, wandelen?’
Je nieuwe grenzen ontdekken
Bewegen is juist goed na een transplantatie, zegt Eva: ‘Zo snel mogelijk beginnen, maar wel naar kunnen. Niet overdrijven, maar ook niet afwachten. Je moet weer vertrouwen krijgen in je lijf, je nieuwe grenzen ontdekken. Begeleiding door zorgprofessionals is hierbij belangrijk.’ Eva noemt een paar voordelen van bewegen: ‘Het herstel kan sneller verlopen. Je kunt je beter ontspannen en bent weerbaarder tegen stress. Ook verbetert het je fitheid en kracht. Het heeft dus een positief effect op de kwaliteit van leven. Ook voorkom je problemen, want het risico op diabetes wordt groter na een niertransplantatie, en veel getransplanteerden worden zwaarder.’
Wandelen én ontmoeten
Om getransplanteerden aan de wandel te krijgen, is Walk&Talk opgezet. Eva: ‘Wekelijks loopt een groep een rondje, met koffie na afloop voor wie wil. Het gaat niet om de prestatie, maar om het wandelen en de ontmoeting. Het helpt getransplanteerden echt over een drempel, blijvend. Niet alleen kersverse getransplanteerden melden zich aan, ik ken iemand die al 24 jaar een donornier heeft en ook meeloopt. Er zijn geen verplichtingen en geen kosten, je gaat gewoon mee. Wandelaars kunnen ervaringen met hun transplantatie uitwisselen, hoogtepunten en struggles delen. Maar het kan ook over totaal andere dingen gaan. Alles kan, niets hoeft.’
Bewegen was onderbelicht
Walk&Talk is in 2018 in Amsterdam begonnen, nadat in twee landelijke adviesraden was gesproken over revalidatie na een niertransplantatie. Nefrologen signaleerden dat beweging onderbelicht bleef in het proces. Eva was hierbij betrokken en is inmiddels coördinator bij het landelijke Walk&Talk. Ze vertelt: ‘Het VUmc startte een proef, die heel geslaagd bleek: de reacties van deelnemers waren erg positief vanwege het ontmoeten, de herkenning en de fijne wandelingen. De zorgverleners vonden het eveneens fijn om als team betrokken te zijn bij dit positieve initiatief voor en door patiënten. Nu hebben Groningen en Alkmaar ook wandelgroepen en zijn er vanuit academische centra groepen in oprichting op verschillende plekken in Nederland.’
Ervaringen met revalidatie en leefstijladviezen
Behalve mensen met een donornier lopen getransplanteerden met andere organen mee, zegt Eva: ‘De ervaringen met een transplantatie, de revalidatie, leefstijladviezen, onzekerheden en uitdagingen en ook dankbaarheid voor de donor zijn hetzelfde, dus het contact ook. Daarnaast zijn partners en mensen op de wachtlijst ook welkom. Soms wandelt een behandelaar mee, wat erg wordt gewaardeerd.’
Koploper
Binnen de wandelgroep is er een getransplanteerde ‘koploper’ die, getraind door Walk&Talk en ondersteund door zorgprofessionals in het ziekenhuis, de kar trekt. De koploper legt contact met degenen die zich aanmelden, geeft via de Walk&Talk-app tijdstippen en locaties door en stippelt geschikte routes uit, kortere en langere, met bankjes.
Fysieke vooruitgang
Olga Krol is koploper van een groep in Amsterdam. Ze vertelt: ‘Ik ben negen jaar ziek geweest en heb gedialyseerd, dus mijn conditie was slecht. Het wandelen kost me nog steeds moeite, ik heb geen snelle wandelpas, maar het is heerlijk om onder de mensen te zijn. Ervaringen uitwisselen is fijn, maar ook de andere gesprekken verrijken mijn geest. En ik merk dat ik fysiek vooruitga. Ik haal geen vijf kilometer en ik heb gevoelige benen en krijg snel kramp, maar dat is alleen maar op te lossen door vaak te wandelen. Walk&Talk stimuleert me om te gaan. Het helpt vooral omdat ik lotgenoten spreek. Soms zie ik ertegenop, maar na afloop denk ik dan: ik heb het tóch maar weer gedaan, én ik heb mensen gesproken.’
Meer informatie: Walk&Talk