Wat was er aan de hand?
‘Mijn vader moest op een zaterdag hals over kop naar het ziekenhuis omdat hij helemaal niet lekker werd. Op scans was een bloeding midden in zijn hersens te zien, zo groot als een ei. Hij was toen al niet meer aanspreekbaar. Dit gebeurde totaal onverwacht. Hij was altijd zo fit als een hoentje.’
Wat gebeurde er daarna?
‘Ik herinner me alles als in een roes. Diezelfde avond bleek dat mijn vader niet meer beter zou worden of hooguit als een kasplantje verder zou leven. De arts vertelde ons dit overigens behoorlijk gevoelloos en horkerig. Duidelijk was wel dat het niet meer goed zou komen.'
'Op een gegeven moment vroeg ik de arts om in het Donorregister te kijken. Mijn vader zei vaak: als ik dood ben, wil ik donor zijn. Hij stond dan ook met ‘ja’ geregistreerd.’
Hoe verliep het donatieproces?
‘De transplantatiecoördinator, oftewel TC, kwam naar het ziekenhuis. Die ving ons ontzettend goed op. Wat een verademing was dat. Alle stappen werden ons nauwgezet uitgelegd. We vroegen hem de oren van het hoofd en overal kregen we antwoord op. Dat was voor ons heel belangrijk.’
'Op zondagavond stopte mijn vader met ademen. De machines namen het van hem over. Je zag hem heel onnatuurlijk opgepompt worden. Dat was bizar voor ons als gezin. Maar het gaf ons en onze familie en vrienden ook tijd om afscheid te nemen. Iedereen mocht langskomen.’
Hoe ging het verder?
‘Omdat mijn vader tijdens testjes nog iets van hersenactiviteit had, is gekozen voor DCD-donatie. Dan stoppen ze de beademing en wachten tot het hart vanzelf stopt met kloppen. Daar mochten we bij zijn. We hebben hem dus zien overlijden. Het klinkt gek, maar het was goed dat we erbij waren en zagen dat het echt over was. Dat was ook het laatste moment met z’n allen als gezin. Na de operatie mochten we hem ophalen. Mijn moeder heeft hem zelf aangekleed voor de uitvaart.’
’Zijn longen en zijn lever zijn naar twee mensen gegaan. Daarmee heeft hij hun levens gered.
Hoe kijk je erop terug?
‘Ik mis hem nog steeds. Dat werd erger toen ik zelf kinderen kreeg. De vader van mijn vriendin is ook overleden, dus onze kinderen hebben geen opa’s. Ze zouden dikke lol met mijn vader hebben gehad en hij met hen. Hij zei altijd dat hij een dag minder zou gaan werken als hij kleinkinderen zou krijgen. Ik heb hem ook niet kunnen vragen hoe het vaderschap voor hem was. En toen we een huis kochten, had ik graag samen met hem willen klussen.’
‘Mijn vader is niet doodgegaan omdat hij donor was. Hij was sowieso doodgegaan en heeft met zijn overlijden andere mensen leven gegeven. Het is geen troost, dat niet. Hij wilde het graag, maar mijn verlies wordt er niet minder van. Dat staat los van elkaar. Aan de andere kant is verlies onlosmakelijk met donatie verbonden. Ik vind het mooi dat de ontvangers verder kunnen leven, dat dit kan met de huidige techniek. Ik hoop echt dat ze gelukkig zijn.’
Je hebt een bedankbrief gekregen, hoe was dat?
‘Van de ontvanger van de lever hebben we een brief gekregen. Daar was ik heel blij mee. Ik voelde de gekste emoties die ik ooit gehad heb, alles tegelijk: jaloezie, boosheid, blijheid... Hij schreef dat hij zo dankbaar was dat hij zijn kleinkinderen kon meemaken. Ik vond het mooi dat hij verder kan leven, maar het maakte me ook verdrietig. Gek dat je zo veel tegelijk kunt voelen.’