‘Ruim 6500 keer per jaar voorzien we artsen en tandartsen van bot- en peesweefsel’, vertelt Morad Issaouti, botbankmanager bij weefselbank ETB-BISLIFE. ‘Daarmee vervangen ze bij hun patiënten bot dat bijvoorbeeld wegens een tumor is verwijderd. Of de chirurg herstelt het kniegewricht van een gescheurde kruisband met behulp van een donorpees. Tijdens operaties gebruiken artsen bot ook als vulmiddel in de vorm van poeder, blokjes of chips. Al deze donorweefsels zijn weliswaar niet levensreddend zoals donororganen. Wel maken ze groot verschil in de levenskwaliteit van veel mensen met bot- en peesproblemen.’
Toestemming in Donorregister
De reis van donor tot ontvanger begint bij het Donorregister. Hierin ziet de schouwarts of de overledene toestemming heeft gegeven voor donatie van bot- en peesweefsel. ‘Is er toestemming voor donatie, dan meldt de arts de donor aan bij de Nederlandse Transplantatie Stichting’, zegt John van Brecht, directeur van WUON (Weefsel Uitname Organisatie Nederland). ‘Als de donor na de eerste donorscreening geschikt blijkt, krijgt het WUON-uitnameteam opdracht om de weefsels uit te nemen.’
Uitname van bot gebeurt in OK
WUON is de enige organisatie die in Nederland menselijk weefsel mag uitnemen. ‘De donor brengen we naar een operatiekamer (OK) voor de uitname van bot- en peesweefsel’, licht Van Brecht toe. ‘Dat is een orthopedische operatie in een steriele omgeving. Doorgaans verwijderen we alleen het bot uit de armen, de benen of het bekken. Belangrijk hierbij is dat de overledene er goed blijft uitzien, zodat familie en vrienden nog gewoon afscheid kunnen nemen. De botten worden daarom vervangen door biologisch afbreekbare prothesen. Zo blijft de vorm van het lichaam er hetzelfde uitzien. Daar zijn onze mensen speciaal voor getraind. Tot slot worden de wonden gehecht en verbonden met verband.’
Opbaren na donatie
Alles bij elkaar duurt de weefseldonatie tussen de 8 en 28 uur. Dan is de overledene weer terug op de plek die de nabestaanden willen. Dat kan in een uitvaartcentrum zijn, maar ook thuis. De WUON-directeur vult aan: ‘Wel moet er bij het aankleden van de persoon voor de opbaring op worden gelet dat er prothesen in het lichaam zitten. Armen en benen zijn daardoor minder stabiel dan anders. Het is raadzaam om bij het opbaren kleding met lange mouwen en een lange broek of rok te kiezen.’
Strenge kwaliteitseisen
Na de uitname gaat het donorweefsel naar ETB-BISLIFE waar het bij min tachtig graden Celsius wordt opgeslagen. Ondertussen gaat een bloedmonster van de donor naar Sanquin voor onderzoek en screenen artsen van de NTS de donor op onacceptabele aandoeningen. ‘Pas nadat de NTS de donor geschikt heeft verklaard, starten we het bewerkingsproces’, vertelt Issaouti van ETB-BISLIFE. ‘Gedoneerd bot en weefsel is niet direct geschikt voor transplantatie. Eerst moet het worden schoongemaakt, verkleind en verpakt in handzame hoeveelheden. Dan ondergaat het keuringen. Alleen weefsels en botten die aan strenge kwaliteitseisen voldoen, worden uiteindelijk transplantaat.’
De transplantaten komen beschikbaar als hele pezen en hele botten, en daarnaast in de vorm van poeder, chips en blokjes. ‘De bewerking hangt af van de vraag van de Nederlandse artsen en van de eigenschappen van het beschikbare weefsel’, legt Issaouti uit. ‘Ook houden we voor onszelf een voorraad aan van een jaar om eventuele calamiteiten op te vangen. Zo kwamen we afgelopen jaar niet in de problemen, ondanks de donorstop wegens COVID-19. Artsen konden net als anders bij ons blijven bestellen.’
Internationale samenwerking
Via een account bij ETB-BISLIFE zien artsen de voorraad transplantaten, om vervolgens precies te reserveren wat nodig is voor een patiënt. ‘Bijvoorbeeld een bot van een onderarm voor een meisje van twaalf dat door een ongeluk haar eigen bot heeft verloren’, legt Issaouti uit. ‘Wanneer wij onverhoopt niet het gewenste weefsel op voorraad hebben, vragen we dit aan bij een weefselbank in het buitenland. Andersom kunnen buitenlandse botbanken en ziekenhuizen ook bij ons terecht voor een specifiek donorbot of peesweefsel. Met die internationale samenwerking kunnen de artsen meer patiënten sneller helpen.’